Genesis 42:13

SVEn zij zeiden: Wij, uw knechten, waren twaalf gebroeders, eens mans zonen, in het land Kanaan; en zie, de kleinste is heden bij onzen vader; doch de een is niet [meer].
WLCוַיֹּאמְר֗וּ שְׁנֵ֣ים עָשָׂר֩ עֲבָדֶ֨יךָ אַחִ֧ים ׀ אֲנַ֛חְנוּ בְּנֵ֥י אִישׁ־אֶחָ֖ד בְּאֶ֣רֶץ כְּנָ֑עַן וְהִנֵּ֨ה הַקָּטֹ֤ן אֶת־אָבִ֙ינוּ֙ הַיֹּ֔ום וְהָאֶחָ֖ד אֵינֶֽנּוּ׃
Trans.wayyō’mərû šənêm ‘āśār ‘ăḇāḏeyḵā ’aḥîm ’ănaḥənû bənê ’îš-’eḥāḏ bə’ereṣ kənā‘an wəhinnēh haqqāṭōn ’eṯ-’āḇînû hayywōm wəhā’eḥāḏ ’ênennû:

Algemeen

Zie ook: Kanaan, Kanaanieten, Twaalf (getal)
Genesis 43:29

Aantekeningen

En zij zeiden: Wij, uw knechten, waren twaalf gebroeders, eens mans zonen, in het land Kanaän; en zie, de kleinste is heden bij onzen vader; doch de een is niet [meer].


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּאמְר֗וּ

En zij zeiden

שְׁנֵ֣ים

waren twaalf

עָשָׂר֩

-

עֲבָדֶ֨יךָ

uw knechten

אַחִ֧ים׀

gebroeders

אֲנַ֛חְנוּ

Wij

בְּנֵ֥י

zonen

אִישׁ־

mans

אֶחָ֖ד

eens

בְּ

-

אֶ֣רֶץ

in het land

כְּנָ֑עַן

Kanaän

וְ

-

הִנֵּ֨ה

en zie

הַ

-

קָּטֹ֤ן

de kleinste

אֶת־

-

אָבִ֙ינוּ֙

bij onzen vader

הַ

-

יּ֔וֹם

is heden

וְ

-

הָ

-

אֶחָ֖ד

doch de een

אֵינֶֽנּוּ

is niet


En zij zeiden: Wij, uw knechten, waren twaalf gebroeders, eens mans zonen, in het land Kanaan; en zie, de kleinste is heden bij onzen vader; doch de een is niet [meer].


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!